Uitnodiging voor de leden van de Geschiedkundige Vereniging Oranje Nassau en de donateurs van de Stichting Je Maintiendrai Nassau.

Geachte leden,

Hierbij nodigen we u uit voor een exclusief bezoek aan de Stad Breda.

Bezocht worden het Kasteel (als defensie-terrein normaal niet toegankelijk), de Grote Kerk met de Prinsenkapel en een tentoonstelling rond René van Chalon en de Waalse Kerk.

Programma

Datum: zaterdag 29 november

10.30 uur ontvangst bij de toegangspoort van het Kasteel van Breda. We krijgen hier een rondleiding door Prof. Dr. Wim Klinkert, Hoogleraar Militaire Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en aan de Nederlandse Defensie Academie in Breda.

12.30 uur lunch

14.00 uur. Bezoek met gidsen aan de Grote Kerk van Breda, met speciale aandacht voor de Prinsenkapel. In die periode is er in de kerk ook een tentoonstelling over René van Chalon.

15.30 uur. Bezoek met gidsen aan de Waalse Kerk van Breda, met afsluitend koffie of thee.

17.00 uur. Einde programma

 

Kosten

De kosten voor het bijwonen van deze dag bedragen € 49,50 per persoon. Introducés betalen € 59,50 per persoon. Dit is inclusief toegangen, lunch, gidsen, koffie/thee aan het einde. (Voor de Kerk geldt nu een toegangsprijs die is inbegrepen in verband met de tentoonstelling. Museumkaart of andere kaart niet geldig hierbij.)

 

Aanmelden

In verband met de toegangsprocedure bij het Kasteel is aanmelden alleen mogelijk met het sturen van een email naar: info@oranje-nassau.org en door overmaking van € 49,50 (of € 59,50) per persoon naar: NL 71 INGB 0000 0239 62 t.n.v. Vereniging Oranje-Nassau o.v.v. programma 29 november Breda.

Vanwege deze speciale toegangsprocedure dient  U zich aan te melden met uw unieke e-mailadres. (geen algemene info@adressen, die worden niet geaccepteerd).

Komt een partner/introducee mee, dan zijn/of haar eveneens unieke e-mailadres vermelden. Twee personen op één e-mailadres werkt niet.

Na aanmelding krijgt u nadere informatie over adres en toegangsprocedure.

Toelichting

Kasteel van Breda

De hertog van Brabant verkocht Breda in 1353 aan de Hollandse edelman Jan II van Polanen, Heer van Breda, die de burcht versterkte met een gracht en vier hoektorens. Het zo ontstane kasteel werd in de verdedigingswerken van Breda ingepast. De laatste telg van het geslacht Van Polanen, zijn kleindochter Johanna van Polanen, trouwde in 1403 met de Duitse edelman Engelbrecht I van Nassau-Siegen, waardoor Breda incluis het kasteel in handen van deze voorname familie kwam. Dit huwelijk vormt het begin van de band tussen Nederland en het huis van Oranje-Nassau.

Door Engelbrechts zoon, Johan IV van Nassau-Siegen, werd het kasteel kort na 1460 vergroot. De Rekenkamer van het kasteel van Breda, waar de vele bezittingen van de Nassaus werden vastgelegd, werd in deze periode gebouwd, en ook de nog bestaande Nassautoren is van deze tijd. Zijn achterneef Hendrik III van Nassau-Breda drukte een nog zwaarder stempel op zowel Breda als haar kasteel: hij liet het kasteel in 1536 verbouwen tot een renaissance-paleis. Hij maakte de voltooiing echter niet meer mee: hij stierf in 1538 en werd opgevolgd door zijn zoon René van Chalon. Die maakte het werk van zijn vader af en bouwde in 1540 de prachtige Hofkapel.

René de Chalon stierf zeer jong en zonder echtelijke kinderen. Het kasteel kwam toen, evenals de titel Prins van Oranje, in handen van zijn elfjarige Duitse neef Willem van Nassau-Dillenburg, de latere Willem van Oranje die de beroemdste bewoner van het Kasteel is. In zijn strijd tegen het Spaanse gezag kreeg het kasteel opnieuw een militaire functie.

Stadhouder-koning Willem III bouwde tussen 1686 en 1695 het kasteel verder uit, waarbij het de naam Prinsenhof krijgt. Hij en zijn opvolgers verblijven echter maar weinig in het kasteel.

In de Franse tijd (18e eeuw) deed het Kasteel van Breda dienst als kazerne en militair hospitaal.

Koning Willem I stelde in 1826 het Kasteel van Breda ter beschikking aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA); in 1828 arriveerden de eerste cadetten.

 

Grote Kerk.

In het hart van de stad staat de Grote Kerk Breda. Licht en elegant torent zij uit boven het stadscentrum. Letterlijk en figuurlijk staat ze midden in de samenleving, al eeuwenlang.

In deze kerk rusten de (Oranje-) Nassaus, de vroegste voorouders van het Nederlandse koninklijk huis. Zij maakten in de vijftiende eeuw de kerk tot het monument dat we tot op de dag van vandaag kennen en vonden hier hun laatste rustplaats.

In 1269 wordt voor het eerst melding gemaakt van een stenen kerk ‘denne stenne monster te Breda’, ruim 750 jaar geleden. Zo lang bestaat de Grote Kerk Breda. Van buiten én van binnen maakt de kerk indruk. Het predicaat rijksmonument en TopMonument Brabant is er niet voor niets. In de Prinsenkapel met gewelfschilderingen met details van puur bladgoud, rusten voorvaderen van de Nederlandse koninklijke familie. Want de geschiedenis van het koningshuis begint hier, in Breda.

Indrukwekkend is onder andere het grafmonument van Graaf Engelbrecht II van Nassau en zijn vrouw Cimburga van Baden. Dit is namelijk – voor zover bekend – het oudste renaissance beeldhouwwerk van de noordelijke Nederlanden. De Nassaus, de vernieuwers van toen, brachten deze stroming rechtstreeks uit Italië naar Breda.

Tentoonstelling over René van Chalon.

Vanaf 11 oktober presenteert de Grote Kerk Breda de tentoonstelling René! I’m still standing – over liefde en verlies. 12 (inter)nationale kunstenaars – van nu en vroeger – reageren met hun schilderijen, sculpturen, textiele werken, foto’s en videowerken op gevoelens als verdriet, vreugde, verlangen, verliefdheid, angst, hoop en rouw. De kunstwerken houden een spiegel voor, bieden troost of zetten aan tot reflectie.

Het praalgraf Le Squelette van René van Chalon, de allereerste prins van Oranje-Nassau, vormt het hart van de tentoonstelling. René sterft jong op het Franse slagveld is daarna in de vergetelheid geraakt. Zijn tragische lot roept ook eeuwen later veel emoties op.

Het beroemde praalgraf Le Squelette is opgericht voor René van Chalon, de eerste en zo goed als vergeten prins van Oranje-Nassau. Hij stierf in 1544 op 25-jarige leeftijd op het slagveld en rust in de Prinsenkapel in de Grote Kerk Breda. Zijn weduwe, Anna van Lotharingen, laat een indrukwekkend praalgraf vervaardigen in het Franse Bar-le-Duc. Het is de plaats waar ze vier jaar eerder met elkaar trouwden én in de buurt van de plek waar René sterft.

Rechtop, met zijn hart in zijn hand, herinnert het standbeeld van René ons aan de vergankelijkheid van het bestaan en de universele vragen en emoties die hierbij komen kijken. Met de komst van Le Squelette naar de Grote Kerk Breda komen verleden en heden samen, met als resultaat een tentoonstelling die door tijd en emoties heen reist.

Waalse Kerk

In 1429 beginnen de voorbereidingen voor de bouw van een Capucijner klooster met daarnaast een kapel, in opdracht van Johanna van Polanen, de vrouw van Engelbrecht I van Nassau. Deze kapel, gelegen in de Caeterstraete, de latere Catharinastraat, werd toegewijd aan de heilige Wendelinus van Trier, een heilige tegen besmettelijke ziekten en in 1440 in gebruik genomen.

In 1637 veroverde Frederik Hendrik Breda. De kerk bleef tot 1648 (Vrede van Munster) in bezit van de Begijnen. Vanaf dat jaar moesten de begijnen hun kerkgebouw definitief afstaan aan de Waalse gemeente. De kerk kreeg een eigen ingang in een van de woninkjes in de Katerstraat en werd de oorspronkelijke toegang, inclusief de laat – gotische poort met de beeltenis van de Heilige Catharina, dichtgemetseld. Deze poort is nu, na geconserveerd te zijn, tegen een zijwand in de kerk achter glas te zien.

Tot 1830 bleven de begijnen hier hun doden en pastoors begraven, daarna werd dit per wet verboden. Enkele grafstenen herinneren hier nog aan. De preekstoel stamt uit de 17e eeuw evenals de credoborden. Naast de preekstoel staat een luidklok, gegoten in 1724. Voor het luiden is er een nieuwe klok gegoten, waarop als bijgevoegde tekst staat de spreuk voor de Waalse kerk ”J’affirme la vie”. Aan de kansel hangt het Hugenotenkruis, afgeleid van het Malthezerkruis (afkomstig van de Tempeliers). Een beroemd Königsorgel, gebouwd door de beroemde orgelbouwers Caspar en Ludwig König in 1761-1763 is ter begeleiding van de diensten aanwezig. In de Consistoriekamer hangt nog een Hugenotenspiegel waarin de bijbel verborgen werd.

Click to access the login or register cheese