De Ruiterstoet van Nassause vorsten in ere hersteld
In 2020 werd het schilderij de Ruiterstoet van Nassause vorsten van Gerrit Claesz. Bleker (1592/3-1656) gerestaureerd. Jim van der Meer Mohr, oud-voorzitter van de GVON, zette hiertoe een geslaagde fondsenwervingsactie op poten. Dankzij vele genereuze bijdragen van de leden werd deze restauratie mogelijk gemaakt. Niet alleen heeft het schilderij hiermee zijn oude luister teruggekregen, ook is er een bijzondere ontdekking gedaan, die meer vertelt over de ontstaansgeschiedenis van dit belangrijke werk uit de collectie van de GVON.
Ode aan de prinsen van Oranje
Het schilderij toont de drie zonen van Willem van Oranje te paard, vooraan een stoet met ruiters in een bosrijk landschap. (afb. 1) Links rijdt Maurits, in het midden is Filips Willem afgebeeld en rechts Frederik Hendrik. Op de tweede rij in de stoet kunnen nog enkele graven van Nassau worden geïdentificeerd. Ernst Casimir geheel links, daarnaast is vermoedelijk Willem Lodewijk afgebeeld, en rechts mogelijk Johan Ernst van Nassau. De stoet wordt omringd met pages en honden.
De schilder van het werk, Gerrit Claesz. Bleker, kwam uit Haarlem. Hij maakte vooral naam met het schilderen van landschappen met figuren en paarden. Voor dit schilderij liet hij zich zeer waarschijnlijk inspireren door een schilderij van Adriaen van de Venne (1589-1662), dat in 1621, bij het aflopen van het Twaalfjarig Bestand, in prent werd gereproduceerd. (afb. 2) Ook hierop staat de Nassause ruiterstoet afgebeeld. Deze stoet is nooit in deze samenstelling in het echt uit rijden gegaan. Enkele van de geportretteerden leefden namelijk in 1621 al niet meer.
De voorstelling kan dan ook gezien worden als een ode aan de prinsen van Oranje en hun neven, de graven van Nassau, die vochten tegen Spanje en zich inzette voor de vrijheidsstrijd van de Nederlanden tijdens de Opstand. Het thema was populair in het eerste kwart van de zeventiende eeuw. Vooralsnog is Bleker de enige Haarlemse kunstenaar die zich met het onderwerp bezighield. Tot 2018 hing het werk in de schilderijengalerij, onderdeel van het corps-de-logis van Paleis Het Loo. De aandacht lag in deze ruimte op de eerste stadhouders van het Huis van Oranje en de Friese Nassaus. Een passende plaats voor dit schilderij.
Restauratie
Sinds 2018 werkt Paleis Het Loo aan een vernieuwing en verbouwing van het museum. Onderdeel hiervan is een grootschalige asbestverwijdering in het paleis. Bovendien wordt onder de grond van het voorplein een flinke nieuwbouw gerealiseerd. Ter voorbereiding op de verbouwplannen werd de conditie van de collectiestukken in alle museale ruimtes opgenomen. Daaruit bleek dat sommige kunstwerken toe waren aan een conserverende behandeling. Andere objecten moesten uitgebreid worden gerestaureerd, zoals de Ruiterstoet. De verbouwing van het museum bood de ideale gelegenheid om de museale stukken te onderhouden. De objecten die normaalgesproken de vele kamers van het paleis sierden, verhuisden naar depot. Hier konden museummedewerkers en restauratoren er makkelijker bij.
De Ruiterstoet kende verschillende technische problemen. De voorstelling was door Bleker met olieverf op een houten paneel geschilderd. In de zeventiende eeuw een veel toegepaste techniek. Nu hebben panelen de neiging om met het verstrijken van de eeuwen krom te trekken, onder invloed van schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Om dit te voorkomen werd tijdens een eerdere restauratie in de twintigste eeuw een ander paneel op de achterzijde van het originele paneel gelijmd. Daarop werd een raster van houten latten op de achterkant van het paneel bevestigd, een zogenaamd ‘parket’. (afb. 3) Hierdoor kregen het paneel weinig bewegingsvrijheid meer. Na verloop van tijd veroorzaakte dat ongewenste spanning op het paneel.
Ook de verflagen kende problemen. De vernislaag, de bovenste laag van het schilderij, was door veroudering geel geworden. Hierdoor waren de ooit frisse kleuren nu dof en bruin geworden. Bovendien waren eerdere overschilderingen van vroegere restauraties, zogenaamde ‘retouches’, storend verkleurd. Daarnaast was de schilderijlijst instabiel en kende de vergulding slijtage. Daarom werden freelance schilderijenrestaurator Jantine Maessen-den Brok en houtrestaurator van Paleis Het Loo Charles de Smet gevraagd het schilderij en de lijst onder handen te nemen.
Allereerst paste Charles de Smet het parket aan, waardoor het paneel wat meer bewegingsvrijheid kreeg. Ook maakte hij de lijst weer stabiel en werkte beschadigingen bij. Daarna kon Jantine Maessen-den Brok met het schilderij aan de slag. Zij nam het oude vernis af met een oplosmiddel (afb. 4). Onder de vernislaag kwam de originele verf van Bleker tevoorschijn. Halverwege de vernisafname is dat goed te zien (afb. 5). De linker helft van het schilderij toont prachtige, heldere kleuren, terwijl de rechter helft nog veel vale gele en bruine tinten heeft, veroorzaakt door het vernis. Na de vernisafname werden de oude, sleetse plekken plaatselijk geretoucheerd. Daarna kreeg het schilderij weer een nieuwe, heldere vernis en kon het schilderij opnieuw worden ingelijst.
Datering ontdekt
Tijdens de restauratie werd een interessante ontdekking gedaan. De handtekening van de kunstenaar was voor de restauratie slechts vaag zichtbaar. In de rechter onderhoek was alleen een C en een B te ontcijferen. Daarom is het schilderij in het verleden ook wel toegeschreven geweest aan zowel Adriaen van de Venne als aan Paulus van Hillegaert (1595/96-1640).
Tijdens het verwijderen van een oude retouche werd niet alleen de signatuur duidelijker, maar kwam ook een jaartal tevoorschijn: “GCBleker fecit 1627”. (afb. 6) Het Latijnse woord ‘fecit’ betekent ‘hij heeft gemaakt’. Tot nu toe werd er op stilistische gronden vanuit gegaan dat dit schilderij rond 1630 gemaakt zou zijn. Het gevonden jaartal voegt nieuwe kennis toe aan het oeuvre van Bleker en zet andere schilderijen van hem beter in perspectief. Zo heeft hij in 1633 nog een ruiterportret van Frederik Hendrik met page gemaakt, waarbij de figuur, het paard en de hond duidelijke overeenkomsten vertonen met dit schilderij. Wat de aanleiding is geweest voor Bleker om deze schilderijen te maken is vooralsnog onbekend, wellicht dat met deze datering hier beter onderzoek naar te doen valt.
Een nieuwe plek
In 2021 wordt gestart met de herinrichting van het paleis en de ondergrondse uitbreiding. Omdat in de schilderijengalerij een verhaal gaat worden verteld over de schilderijenverzameling van koning-stadhouder Willem III, past de Ruiterstoet niet meer in die context. De koning-stadhouder heeft het werk immers nooit bezeten. Daarom moest een nieuwe plek worden gezocht. Na de heropening van het museum zal het schilderij te zien zijn in de ondergrondse uitbreiding. Daar krijgt het een passende plaats in de nieuwe, vaste presentatie over de geschiedenis van het Huis van Oranje. Geheel opgefrist zullen deze Nassause vorsten op hun paarden de aandacht van vele bezoekers ongetwijfeld weten te trekken.
Hanna Klarenbeek
Conservator Paleis Het Loo